naar Siem Reap (Angkor Wat)

3 februari 2020 - Siem Reap, Cambodja

Het plaatsje Siem Reap, de eindbestemming van vandaag, is de meest geschikte uitvalsbasis voor een bezoek aan het tempelcomplex Angkor Wat. Om klokslag 7.30 uur vertrekken we uit Phnom Penh. Het lijkt een simpele reisdag, maar er staan nogal wat leuke en interessante dingen op ons programma. 

Onze eerste echte stop is in een plaatsje bekend onder de naam Spider Village. Dat komt door de aard van de markt. Naast het gebruikelijke groente en fruit worden hier namelijk allerlei (dooie) insecten, spinnen, larven e.d. te koop aangeboden. De spinnen gaan in de alcohol. Het extract vindt met name gretig aftrek bij het mannelijke deel van de Chinese bevolking. De achterliggende motivatie laat zich raden , het zou de potentie verhogen. Al die insecten en andere diertjes zien er niet zo smakelijk uit ofschoon de verkoopsters alle moeite hebben gedaan om de handel zo aantrekkelijk mogelijk te etaleren, o.a. door de opstapeling met kleine flintertjes groene en rode peper te versieren. Het zal niemand verrassen dat dit voor onze groep westerlingen vergeefse moeite is.

Tijdens onze busreis, eigenlijk ook op eerdere dagen, komen we regelmatig langs goed onderhouden tempelcomplexen en versierde toegangspoorten, soms zelfs in nietige dorpjes. Zo’n tempelcomplex is doorgaans een royaal terrein, afgezet met een stenen muur, waarop diverse gebouwen/paviljoens staan en centraal een tempel. Er staan ook altijd een aantal stupa’s als laatste rustplaats van overleden monniken. Versierde toegangspoorten lijken de toegang tot een gebied aan te geven, want de weg onder de poort verdwijnt vaak in het lege achterland zonder enige indicatie van een verzameling huizen. In dezelfde geest zien we ook regelmatig langs de weg uitstallingen van tempelattributen, zoals kleine stupa’s, kleine tempelgebouwtjes. Vandaag komen we langs diverse uitstallingen van stenen Boeddhabeelden, van klein tot meters hoog; allemaal prachtig gevormd uit goed te bewerken steen. Tussen de handel zien we ook een mooie stenen kop van iemand die zo uit Europa zou kunnen zijn gekomen. Dat klopt, het betreft  Beat Richner, een Zwitser, die zich zeer sterk heeft ingespannen om in Cambodja kinderziekenhuizen te realiseren.

Ons volgende doel is een oude brug – 850 jaar oud – met een fundament gemaakt van lateriet, een vulkanisch gesteente, met daarop blokken zandsteen. De ‘reling’ van de stenen brug is aan beide kanten, en links en rechts, afgezet met grote slangenkoppen (de naga), symbool van bescherming. Binnen zo’n kop zie je weer kleine kopjes, in aantal altijd oneven. In dit geval zijn dat er 9, eerder deze reis hebben in zo’n slangenkop wel aantallen van 5 of 7 gezien. De oude weg van 850 jaar terug kun je soms herkennen aan kleine stenen overbruggingen over watertjes in precies dezelfde bouwstijl naast de moderne weg die wij berijden. Het is de  hoofdweg vanaf de toenmalige hoofdstad Angkor Wat naar het oosten. Na nog ruim een uur rijden is het zo ongeveer lunchtijd. We strijken neer op een terras pal aan de oever van een rivier. Het is inmiddels bloedheet geworden. Onder de overkapping waait een verkoelend windje – echt genieten.

Na de lunch raken we bij een busstop nog verzeild bij een Cambodjaanse bruiloft in de openlucht. De middagmaaltijd is daar net voorbij. Het is een geweldige zooi op de ronde tafels en op de grond. Er klinkt keiharde muziek en er wordt gedanst. We zien dansende vrouwen in prachtige kledij, maar ook mannen die duidelijk een glaasje teveel ophebben. Helemaal achterin zien we nog hoe een paar vrouwen bezig zijn de mega afwas voor elkaar te krijgen.

We zijn ondertussen in een gebied beland dichtbij het grote Tonlé Sapmeer. Het meer beslaat een oppervlak van 10000 km2 en is het grootste van Indochina. We rijden ’s middags langs een rivier die het meer voedt. De mensen in deze streek leven van visserij (in de natte tijd) en landbouw (in de droge tijd) en hebben het economisch vrij goed. De huizen staan hoog op palen, want in de natte tijd kan het waterpeil zomaar meer dan 5 meter stijgen. We stoppen in een Boeddhistisch dorp en maken vandaar een boottocht over de rivier tot aan het grote meer. Naast paalwoningen zijn er in deze streek ook drijvende huizen welke met name bewoond worden door Vietnamezen. Ook staan er naast de rivier houten huizen, waarvan de bewoners, wanneer het waterpeil stijgt, moeten verhuizen naar veiliger oorden (?) Hier wonen de allerarmsten. De rivier wordt druk bevaren met dezelfde platte vaartuigen welke we ook bij het Khone eiland hebben gezien. Het waterniveau is laag, men moet goed uitkijken. Dichterbij het meer is de diepte blijkbaar OK want dan gaat het gas er soms vol op. Een klein jongetje van 10-12 jr vaart mee met de schipper en verzorgt voor 1-2 US dollars een nek- en schoudermassage. Je kan je tijd maar goed besteden🤣. Wij genieten ondertussen van de prachtige entourage. We zien bijzondere huizen, een metershoog Boeddhabeeld dat uitkijkt over de rivier richting het oosten, allerlei activiteiten aan de oevers en op het water en we genieten uiteraard van de omringende natuur. Na de boottocht maken we nog een korte wandeling door het dorp. We zien het roken van vis en hoe monniken met een soort praalwagentje door het dorp trekken om geld op te halen voor  de bouw van de nieuwe tempel. 

Dan wordt het tijd om naar ons hotel in Siem Reap te gaan. Al met al hebben we een inspannende dag gehad, maar ook veel gezien en beleefd. Tijdens het laatste stukje busrit bespreekt Perry het programma van morgen en geeft ook nog uitleg van de naaste omgeving van ons hotel in Siem Reap. Om over zessen ’s avonds zijn we op ons einddoel, na bijna 11 uur onderweg te zijn geweest. Iedereen is vermoeid en toe aan een opfrisbeurt. Maar eerst moet er nog gegeten worden. In een tentje vlakbij het hotel genieten we van echte Khmer gerechten. Daarna snel tukken, want morgenvroeg om 7.15 uur wacht ons de eerste dag bij Angkor Wat. 

Foto’s